Taal en termen
Mensen moeten zelf woorden en termen vinden voor hun traumatische ervaringen. Sommigen spreken in voorzichtige, verzachtende woorden of zoeken aarzelend naar de juiste uitdrukking. Anderen spreken voor de vuist weg, klaar en duidelijk, in keiharde termen. Denk aan het verschil tussen de zinnen: “Mijn familie is omgekomen” en “Mijn familie is vermoord” of: “Die zijn allemaal achtergebleven” en “Die zijn allemaal uitgeroeid”.
Taal is nooit neutraal. Sommige woorden kunnen voor mensen beladen associaties oproepen. In het ziekenhuis met een Joodse afdeling gaan patiënten niet ‘op transport’, we spreken niet over de ‘laatste halte’ of ‘station’.
Tools & Tips
• Wanneer je het moeilijk vindt om zelf bepaalde termen te gebruiken, doe het dan niet, maar maak het onderwerp of probleem door jouw eigen emoties niet onbespreekbaar! Laat de ander aan het woord.
• Welke woorden gebruik je zelf? Ben je geneigd om verzachtende termen te gebruiken? Probeer aan te geven waarom je dat doet. Vind je het te hard klinken voor de betrokkene? Of vind je het zelf moeilijk om de rauwheid van dood en geweld te accepteren?
• Wanneer je onbedoeld iets zegt wat de ander pijn doet, erken het en toon begrip. Probeer die woorden te vermijden door andere termen te kiezen en enkele keren hardop te oefenen.
-
Vluchtelingen
-
Verhalen 100 malen
-
Overbezorgd
-
Veteranen
-
Leed versus leed
-
Eenzaam
-
Dementeren
-
Geheugen
-
Kwetsbaar
-
Bijzondere data
-
Wantrouwen
-
(Klein)kinderen
-
Klagen
-
Levensverhalen
-
Trauma
-
PTSS
-
Rouwen
-
Angst en Paniek
-
Autonomie of onmacht
-
Triggers en nieuws
-
Zwijgen
-
Taal en termen
-
Vooroordelen
-
Empathie
-
Veerkracht